OSLIN - Es
Red Abierta de Información Léxica

reexportar - verbo

re·ex·por·tar

Indicativo
Presente Pretérito Imperfecto Futuro Simple Pretérito Perfecto
reexporto
reexportas / reexportás
reexporta
reexportamos
reexportáis
reexportan
reexportaba
reexportabas
reexportaba
reexportábamos
reexportabais
reexportaban
reexportaré
reexportarás
reexportará
reexportaremos
reexportaréis
reexportarán
reexporté
reexportaste
reexportó
reexportamos
reexportasteis
reexportaron
Subjuntivo Imperativo Condicional
Presente Pretérito Perfecto
reexporte
reexportes
reexporte
reexportemos
reexportéis
reexporten
reexportara / reexportase
reexportaras / reexportases
reexportara / reexportase
reexportáramos / reexportásemos
reexportarais / reexportaseis
reexportaran / reexportasen
reexportare
reexportares
reexportare
reexportáremos
reexportareis
reexportaren

reexporta
reexportá

reexportad
reexporten
reexportaría
reexportarías
reexportaría
reexportaríamos
reexportaríais
reexportarían
Infinitivoreexportar
Gerundioreexportando
Participio
reexportadoreexportada
reexportadosreexportadas

Flexiona como: amar

Palabra atestada en Diccionario de la lengua española